Het kabinet wil de aftrek van specifieke zorgkosten beter richten op mensen met een beperking of chronische ziekte. Daarnaast wil het kabinet de regeling vereenvoudigen en de vervoerskosten voor medisch hulp worden herzien.
Vanaf 2025 wordt een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekbaar voor medische ritten. Voor extra vervoerskosten door ernstige ziekte of handicap geldt een vaste aftrek van € 925,-. Bonnen bewaren is niet meer nodig, behalve voor taxi- en ov-kosten.
De leeftijdsgrens van 27 jaar voor toeslagpartnerschap tussen bloedverwanten, aanverwanten en pleegkinderen wordt afgeschaft. Dit voorkomt dat bloed- en aanverwanten ouder dan 27 jaar minder toeslagen ontvangen als ze samenwonen.
Bloed- en aanverwanten worden niet langer als toeslagpartners gezien. Daardoor behouden ze hun toeslagrechten. Dit kan leiden tot hogere toeslagen voor bijvoorbeeld:
- zorgtoeslag;
- kindgebonden budget; en
- kinderopvangtoeslag.
Om dit te financieren, worden de maximale bedragen in het kindgebonden budget en de zorgtoeslag verlaagd.
Voor bloed- en aanverwanten van 27 jaar en ouder, die bekend zijn bij de Belastingdienst, wordt automatisch bepaald dat zij geen toeslagpartner meer zijn. In andere gevallen moeten burgers zelf een aanvraag indienen. De Belastingdienst zal dit duidelijk communiceren.
De counseling voor de 20-wekenecho verhuist naar de rijksbegroting vanaf 1 januari 2025. De kosten voor counseling en de echo worden dan door de overheid betaald. De zorgverzekering vergoedt deze kosten niet meer. Dit volgt het advies op van het Zorginstituut uit 2017. Prenatale screening zonder medische noodzaak hoort volgens hen niet in de zorgverzekering. Voor zwangere vrouwen en hun partners verandert er weinig. Alleen de manier van financieren verandert: van de zorgverzekering naar de overheid.
De maximale zorgtoeslag wordt voor alleenstaanden € 1.561,- in 2025 en voor paren € 2.986,-. Alleenstaanden met een minimuminkomen betalen in 2025 naar verwachting € 539,- per jaar aan zorgkosten. Dit is € 35,- meer dan in 2024.
Het kabinet stelt de volgende maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2025:
- Dagopvang 0 – 4 jaar: maximaal € 10,71 per uur.
- Buitenschoolse opvang 4 – 12 jaar: maximaal € 9,52 per uur.
- Gastouderopvang 0 – 12 jaar: maximaal € 8,10 per uur.
Vanaf 2025 gelden er strengere kwaliteitseisen voor kinderopvang. Pedagogisch medewerkers moeten aan een taaleis voldoen en voor gastouders komen extra eisen, zoals een werkplan, educatie en coaching. De invoeringsdatum van de gastoudereisen wordt later vastgesteld.
Vanaf 2025 reserveert het kabinet € 300 miljoen om het kindgebonden budget structureel te verhogen. Dit is gericht op lage en middeninkomens. Deze maatregel versterkt de bestaanszekerheid en bestrijdt kinderarmoede.
Het kabinet verhoogt het maximale bedrag aan kindgebonden budget voor het eerste kind naar € 2.511,- per jaar. Dit is een verhoging van € 184,-. Voor het tweede en volgende kind verhoogt het kabinet het maximale bedrag ook naar € 2.511,- per jaar.
- De hoogte van het kindgebonden budget hangt af van het aantal kinderen, de leeftijd, het vermogen en de leefvorm.
- De inkomensgrens voor het ontvangen van het kindgebonden budget is voor 2025 € 28.406,- voor een alleenstaande en € 37.545,- voor iemand met een toeslagpartner. Als je boven deze bedragen komt, zal het kindgebonden budget geleidelijk minder worden.
- Het recht op kindgebonden budget vervalt als het vermogen op 1 januari 2025 hoger is dan € 141.896,- als je alleenstaand bent of € 179.429,- als je een toeslagpartner hebt.
De gemiddelde jaarlijkse nominale zorgpremie stijgt van ongeveer € 1.747,- in 2024 naar ongeveer € 1.868,- in 2025. Per maand stijgt de zorgpremie daardoor van ongeveer € 149,- naar ongeveer € 156,-.
Het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering blijft € 385,- in 2025 en 2026. Vanaf 2027 daalt het eigen risico naar € 165,- per jaar.
Het kabinet verlaagt de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet (Zvw):
- Het lage tarief wordt verlaagd van 5,32% naar 5,26%. Dit tarief geldt voor bijvoorbeeld zelfstandigen, freelancers en gepensioneerden.
- Het hoge tarief wordt verlaagd van 6,57% naar 6,51%. Dit tarief geldt voor bijvoorbeeld personen in loondienst of met een uitkering (zoals WW, WIA of Anw).
De regels voor huurtoeslag worden aangepast. De belangrijkste veranderingen zijn:
- Eigen bijdrage omlaag: de eigen bijdrage daalt met € 11,58 per maand voor iedereen. Dit geldt voor alle huurtoeslagontvangers, ongeacht hun huur of inkomen.
- Minder huishoudtypes: het aantal huishoudtypes gaat van vier naar twee. Alleen een onderscheid tussen eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens blijft bestaan. Dit zorgt voor meer overzicht. Vooral meerpersoonshuishoudens met hoge huur krijgen hierdoor meer toeslag.
- Lineaire afbouw op basis van inkomen: vanaf 2026 wordt de huurtoeslag geleidelijk verlaagd als het inkomen stijgt. Dit voorkomt dat kleine inkomensstijgingen tot grote terugvorderingen leiden.
- In 2025: het aantal huishoudtypes wordt aangepast.
- In 2026: de verlaging van de eigen bijdrage en de lineaire afbouw op basis van inkomen worden ingevoerd.
Deze veranderingen maken de huurtoeslag eenvoudiger en verminderen de onzekerheid voor burgers.