Het kabinet wil een aantal grote wijzingen in de arbeidsmarkt doorvoeren. Op deze manier proberen zij de bestaanszekerheid van lage inkomens en middeninkomens te verbeteren en de kosten te verlagen. Hierdoor blijft werken, werkgeverschap en ondernemerschap aantrekkelijk. Daarnaast maken de wijzigingen het mogelijk dat personeelstekorten in belangrijke werkgebieden opgevangen kunnen worden.
Het kabinet wil meer gelijkheid tussen werkenden in vaste dienst en flexwerkers. Te veel mensen in Nederland zijn namelijk afhankelijk van tijdelijke contracten. Dit zorgt voor onzekerheid. Het kabinet wil daarom betere regels voor oproepcontracten, uitzendcontracten en tijdelijke arbeidscontracten. Het kabinet zal in overleg met de sociale partners een deeltijd-WW uitwerken, zonder extra kosten voor het kabinet. Hierbij zullen zij rekening houden met de uitvoerbaarheid en de betaalbaarheid.
Het kabinet wil een minimumloon invoeren bij een 36-urige werkweek. Ook verhogen zij het minimumloon in stappen met 7,5%. De koppeling met de uitkeringen zal blijven om zo het bestaansminimum te verbeteren. Ook wil het kabinet ouderen helpen door een hogere ouderenkorting.
Het kabinet wil zelfstandigen ondersteunen en ondernemerschap aanmoedigen. De verdere ontwikkeling van een webmodule zal ervoor zorgen dat zzp’ers vooraf meer zekerheid krijgen over het soort arbeidsrelatie. Het kabinet wil een betere publiekrechtelijke handhaving om ondernemers die eigenlijk in loondienst zijn tegen te gaan. Ook komt er een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle zelfstandigen. Deze verzekering wil het kabinet zo vormgegeven dat de verzekering niet eerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor personen voorkomt. Op deze manier houdt het kabinet rekening met de randvoorwaarden uit het pensioenakkoord. Vanaf 2023 brengt het kabinet de zelfstandigenaftrek met stappen van € 650,- terug tot € 1.200,- in 2030. Om de gevolgen hiervan kleiner te maken verhoogt het kabinet de arbeidskorting voor zelfstandigen tijdens de kabinetsperiode.
Het kabinet wil de volgende jaren samen met sociale partners, gemeenten en het UWV meer mensen naar werk begeleiden. Ook wil het kabinet het aantal beschutte werkplekken uitbreiden.
Beschutte werkplekken zijn werkplekken die bedoeld zijn voor mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking.
Het kabinet wil de arbeidsmarktinfrastructuur uitbreiden om zo de overgang van werk-naar-werk en van uitkering-naar-werk aan te moedigen. Dit willen zij bereiken door de overstap naar tekortberoepen te ondersteunen. De ervaringen die het kabinet heeft met de regionale mobiliteitsteams in de coronacrisis zullen hier ook een rol bij spelen.
Het kabinet wil vaste scholing verbeteren door leerrechten. Het kabinet zal in overleg met sociale partners de beëindiging van de arbeidsovereenkomst via een van-werk-naar-werk-route uit het MLT-advies verder uitwerken.
Leerrechten zijn bonnen voor het betalen van de studiekosten van hoger onderwijs.
Het kabinet neemt maatregelen om de arbeidsparticipatie en de positie van arbeidsongeschikten te verbeteren. Ook zal het kabinet in overleg met de sociale partners onderzoeken hoe zij ‘hardheden’ in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) kunnen aanpassen. Hierbij zullen zij rekening houden met de uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en uitlegbaarheid.
Een MLT-advies is een advies voor het sociaal economisch beleid voor de komende kabinetsperiode. Dit geeft richting en vorm aan het kabinetsbeleid.
Het kabinet wil de loondoorbetaling bij ziekte verbeteren. Daarom zal de re-integratie zich in het tweede jaar richten op het tweede spoor. Hierbij zal het kabinet de instroom in de WIA zoveel mogelijk kleiner maken. Dit is in lijn met het SER-advies.
De SER is een adviesorgaan waarin ondernemers, werknemers en onafhankelijke deskundigen samenwerken. De SER adviseert de regering en het parlement over het sociaal economische beleid.
Het kabinet wil de niet belaste reiskostenvergoeding verhogen vanaf 1 januari 2024. De precieze verhoging zal het kabinet nog verder uitwerken.
Het kabinet schaft het lage-inkomensvoordeel (LIV) af vanaf 1 januari 2025. Het kabinet heeft verder besloten om geen loonkostenvoordeel (LKV) voor jongeren in te voeren.