Het is nieuw dat zelfstandigen zich aan kunnen sluiten bij een pensioenregeling in de tweede pijler. De keuze hiervoor is vrijwillig.
Een pensioenuitvoerder is niet verplicht om een pensioenregeling aan te bieden aan zelfstandigen in de tweede pijler volgens de experimenteerwetgeving.
Gaat een pensioenuitvoerder een pensioenregeling uitvoeren voor zelfstandigen in de tweede pijler? Dan moet de pensioenuitvoerder hiervan een melding doen bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) door een meldplicht. Het ministerie van SZW geeft de melding vervolgens door aan de AFM en DNB. De pensioenuitvoerder moet rekening houden met de belangen van de zelfstandigen in de aangeboden pensioenregeling.
Bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen mogen alleen een pensioenregeling volgens de experimenteerwetgeving aanbieden aan zelfstandigen die werken binnen het bereik van het bedrijfstakpensioenfondsen of het ondernemingspensioenfonds. Het toetsmoment van de werkingssfeer is bij de start van de deelname van de zelfstandige aan de pensioenregeling.
Pensioenuitvoerders mogen zelfstandigen zelf benaderen om deel te nemen aan een pensioenregeling in de tweede pijler volgens de experimenteerwetgeving. De volgende voorwaarden gelden:
- De zelfstandige valt onder de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds.
- De zelfstandige is al bekend bij de pensioenuitvoerder als gewezen deelnemer.
De zelfstandige moet de volgende informatie krijgen voordat hij deelneemt aan een pensioenregeling in de tweede pijler:
- de hoogte van de premie;
- de uiteindelijke hoogte van de uitkering in een optimistisch, verwacht en pessimistisch scenario;
- het soort pensioencontract;
- de risico’s voor de zelfstandige;
- de kosten voor de zelfstandige, zoals de uitvoeringskosten per jaar;
- de afspraken over de verdeling van de solidariteitsreserve of de risicodelingsreserve;
- het is niet mogelijk om de gestorte premie tussentijds op te nemen;
- de zelfstandige wordt gewezen op de fiscale gevolgen van deelname aan de pensioenregeling;
- de gevolgen van deelname aan het experiment; en
- de gevolgen van het einde van het experiment.
Bouwt een zelfstandige pensioen op via de tweede pijler? Dan gelden dezelfde voorwaarden om voor de omkeerregel in aanmerking te komen als voor werknemers.
Bouwt een zelfstandige pensioen op in de derde pijler? Dan gelden de gebruikelijke regels, zoals voor de berekening van de jaarruimte.
Wordt het experiment beëindigd door de wetgever, de pensioenuitvoerder of de zelfstandige? Dan blijft het opgebouwde pensioen staan bij de pensioenuitvoerder tot een uitkering mogelijk is volgens het pensioenreglement. Verder moet de zelfstandige informatie krijgen over onder andere:
- de gevolgen van de beëindiging;
- over afkoop als dat relevant is;
- over de keuzes die volgens het pensioenreglement mogelijk zijn, zoals vrijwillige voorzetting voor maximaal 10 jaar; en
- over de waardeoverdracht.
De nieuwe regels over keuzebegeleiding gelden ook voor pensioenuitvoerders die pensioen in de tweede pijler aanbieden aan zelfstandigen.
De experimenten mogen maximaal 5 jaar duren. Mogelijk wordt de experimenteerwetgeving hierna verlengd of structureel opgenomen in de wet.
Het experiment mag naast opbouw van pensioen ook een dekking voor overlijden en arbeidsongeschiktheid bevatten. Dan gelden dezelfde regels voor bijvoorbeeld het partnerpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen, zoals voorgesteld in de Wet toekomst pensioenen.
Tweede pijler | Derde pijler | |
---|---|---|
Solidariteitsreserve of risicodelingsreserve | Reserve kan verplicht worden gesteld. | Geen reserve mogelijk. |
Beleggingsbeleid | Voornamelijk collectief via een lifecycle. Volgens de regels in het pensioenreglement kan vrij beleggen een mogelijkheid zijn. | Volgens het fondsaanbod van de aanbieder van het product, vaak zelf te kiezen. |
Delen van beleggingsrisico, langlevenrisico en overlijdensrisico | Mogelijk via een collectieve afspraak. | Niet mogelijk. |
Duur uitkering | Levenslang. | Keuze levenslang of tijdelijk. |
Start uitkering | Volgens de regels in het pensioenreglement waarbij rekening gehouden moet worden met de regels over deeltijdpensioen. | Volgens de regels in de productvoorwaarden waarbij rekening gehouden moet worden met de regels over de overbruggingslijfrente en tijdelijke oudedagslijfrente. |
Uiterlijke ingang uitkering | 5 jaar na AOW-datum. | 5 jaar na AOW-datum. |
Verzekeringen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid | Verzekeringen zijn meestal gekoppeld aan de pensioenregeling, afhankelijk van de pensioenregeling. | Verzekeringen zijn mogelijk gekoppeld aan het product, afhankelijk van de productvoorwaarden. |
Fiscaliteit inleg en uitkering | Inleg aftrekbaar van de loonbelasting via de omkeerregel als wordt voldaan aan de regels, zoals ook voor werknemers gelden. | Inleg aftrekbaar van de inkomstenbelasting via de omkeerregel voor zover er jaarruimte en reserveringsruimte aanwezig is. |
Volledige afkoopmogelijkheid | Afhankelijk van de hoogte van de opbouw en alleen op initiatief van de pensioenuitvoerder. | Afhankelijk van de hoogte van de opbouw en bij arbeidsongeschiktheid zonder en anders met revisierente, op eigen initiatief. |
Bedrag ineens tot 10% van de opgebouwde waarde | Mogelijk op eigen initiatief. | Mogelijk op eigen initiatief. |
Een zelfstandige is niet verplicht om advies in te winnen bij een adviseur als de zelfstandige wil meedoen aan een pensioenregeling in de tweede pijler. De vraag is wel of pensioenuitvoerders gaan toestaan dat deelname mogelijk is via execution only. Wil een zelfstandige wel advies? Breng dan alle mogelijkheden voor de zelfstandige in beeld. Denk hierbij aan de mogelijkheden in de tweede en derde pijler. Breng ook de fiscale verschillen en gevolgen goed in beeld voor de zelfstandige.
Ligt het marginale belastingtarief over het inkomen van de zelfstandige tijdens de werkfase lager dan tijdens de uitkeringsfase? Dan is het fiscaal niet aantrekkelijk om deel te nemen aan een pensioenregeling in de tweede pijler of een lijfrente in de derde pijler, waarbij de inleg van de belasting wordt afgetrokken. Dan wordt namelijk de uitkering zwaarder belast. Overweeg dan een andere mogelijkheid in de nettosfeer, zoals beleggen of een nettolijfrente.
Een medische keuring is niet toegestaan voor deelname aan een tweede pijlerpensioen. Heeft een klant een medisch dossier? Dan kan het aantrekkelijk zijn om aan te sluiten bij de experimenteerwetgeving. Collectieve risico’s worden namelijk gedeeld.
Heeft een zelfstandige meerdere opdrachtgevers en zou de zelfstandige zich daardoor kunnen aansluiten bij meerdere pensioenregelingen in de tweede pijler? Dan mag de zelfstandige zich naar verhouding van zijn pensioengevend inkomen aansluiten bij meerdere pensioenregelingen. Een zelfstandige moet zelf voorkomen dat hij meer opbouwt dan fiscaal mag.
De volgende tips gelden voor als de experimenteerwetgeving is afgelopen:
- De zelfstandige moet zelf duidelijk laten weten dat hij akkoord gaat met de aangeboden pensioenregeling in de tweede pijler. Dit kan bijvoorbeeld door het rekeningnummer door te geven waarvan de pensioenpremie afgeschreven mag worden.
- Is de opbouw van het kleine pensioen gestopt na afloop van de experimenteerwetgeving? En heeft een pensioenuitvoerder één keer geprobeerd om een waardeoverdracht te doen van een klein pensioen zonder dat dit is gelukt? Dan mag de pensioenuitvoerder het kleine pensioen afkopen en de uitkering ineens overmaken.
- De zelfstandige mag een verzoek tot waardeoverdracht indienen bij de pensioenuitvoerder na afloop van de experimenteerwetgeving. De pensioenuitvoerder moet het pensioen dan overdragen naar een pensioenuitvoerder waar de zelfstandige eerder pensioen heeft opgebouwd. Is de zelfstandige in loondienst gegaan? Dan mag het pensioen ook overgedragen worden naar de nieuwe pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever.
- De zelfstandige mag vragen of de waarde wordt overgedragen naar een pensioenproduct in de derde pijler na afloop van de experimenteerwetgeving.
Er zijn twee websites live met informatie over het nieuwe pensioenstelsel. De eerste website is bedoeld voor professionals: werkenaanonspensioen.nl. De tweede website is bedoeld voor consumenten: pensioenduidelijkheid.nl.