rangenregeling

De rangregelingsprocedure: verdeling van de executieopbrengst

Marleen van de Sande

De vestiging van het hypotheekrecht en de wijze waarop het hypotheekrecht te gelde kan worden gemaakt is in de wet vastgelegd. Alleen iemand kan die regels nog steeds niet goed (genoeg) toepassen.

Een hypotheekrecht vestig je niet voor niets. Het hypotheekrecht is een zekerheidsrecht; de hypotheekhouder hoopt dat het hypotheekrecht een oplossing biedt in het geval de hypotheekgever de rente of aflossing niet (langer) kan of wil betalen. De vestiging van het hypotheekrecht en de wijze waarop het hypotheekrecht te gelde kan worden gemaakt (kan worden uitgewonnen) is in de wet vastgelegd. What can go wrong? Nou, iemand kan die regels nog steeds niet goed (genoeg) toepassen.

Het geschil in het kort

Mijn cliënte was een hypotheekhouder met een hypotheekrecht derde in rang. Een van de grote systeembanken was hypotheekhouder met een hypotheekrecht eerste en (tevens) tweede in rang. Naast deze hypotheekrechten waren er in het Kadaster ook nog enkele beslagen van derden ingeschreven.

Ik kwam in beeld op het moment dat het onderpand executoriaal was verkocht. Na voldoening van de vordering van de hypotheekhouder met het hypotheekrecht eerste en tweede in rang (de “Bank”), zou er nog een aardig bedrag resteren. Dit bedrag, hoewel substantieel, was helaas niet zodanig groot dat daarmee de gehele vordering van mijn cliënte kon worden voldaan. Laat staan dat daarmee de overige schuldeisers van de schuldenaar konden worden voldaan. In ieder geval zou het restant – in de optiek van mijn cliënte – volledig aan haar moeten toekomen. Zij was immers, na de Bank, de tweede hypotheekhouder. Aan haar kwam voorrang toe ten opzichte van concurrente schuldeisers. De omstandigheid dat (enkele van) de schuldeisers beslag hadden gelegd op het onderpand, speelde in dit geval eigenlijk geen rol van betekenis. Beslag heeft weliswaar blokkerende werking, maar dit betekent dat alleen rechtshandelingen die na het beslag worden verricht niet aan de beslaglegger kunnen worden tegengeworpen. De beslagen waren van latere datum dan het hypotheekrecht derde in rang. De beslagleggers dienden alle hypotheekrechten dus wel tegen zich te laten gelden. Het voorgaande overziend, kon dus alleen mijn cliënte aanspraak maken op het restant van de executieopbrengst.

Desondanks stelde de notaris(medewerker) voor om het restant (dat overbleef na voldoening van de hypotheekhouder eerste en tweede in rang) pondspondsgewijs te verdelen tussen mijn cliënte en alle beslagleggers. Cliënte zou in dat geval nog maar een fractie van het restantbedrag ontvangen.

De redenatie van de notaris(medewerker)

Gevraagd naar de ratio achter deze voorgestelde verdeling, stelde de notaris(medewerker) dat er, omdat sprake was van een meeropbrengst, en er naast de eerste hypotheekhouder ook een andere hypotheekhouder was en er bovendien beslagleggers waren, een verdeling diende te worden voorgesteld. Bij de verdeling van de meeropbrengst zou de tweede hypotheekhouder niet automatisch een voorrangspositie hebben, omdat met alle overige belanghebbenden overeenstemming dient te worden bereikt, waaronder ook de (voormalig) eigenaren. Middels het voorstel om de meeropbrengst pondspondsgewijs te verdelen, dacht de notaris(medewerker) wellicht snel tot overeenstemming te kunnen komen, maar mijn cliënte voelde er helemaal niets voor de meeropbrengst pondspondsgewijs te delen. Dit voorstel was duidelijk in haar nadeel, omdat zij zodoende het merendeel van de meeropbrengst moeten opofferen, terwijl dat duidelijk in het voordeel was van de overige belanghebbenden, die eigenlijk helemaal niets zouden krijgen.

Nadat de notaris(medewerker) het standpunt van mijn cliënte aan de overige belanghebbenden had overgebracht, lieten enkele belanghebbenden weten niet met een verdeling te kunnen instemmen als die inhield dat de gehele meeropbrengst zou toekomen aan mijn cliënte. Logisch, zij hadden zich op basis van de door de notaris(medewerker) voorgestelde verdeling al rijk gerekend!

Cliënte restte dan ook niets anders dan het starten van een rangregelingprocedure.

De rangregelingprocedure

Een rangregelingprocedure is een verzoekschriftprocedure. Om een rangregelingprocedure te openen moet er dus een verzoek worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank. Het verzoek dient te zijn gericht op benoeming van een rechter-commissaris ten overstaan van wie de verdeling van de executieopbrengst plaatsvindt. Na benoeming van de rechter-commissaris kregen de belanghebbenden 14 dagen de tijd om hun vordering, onderbouwd met bewijsstukken, bij de rechter-commissaris aan te melden. Met deze informatie zou de rechter-commissaris vervolgens alle vorderingen in rang schikken om te bepalen aan wie het restant van de executieopbrengst zou toekomen. Kort daarna ontvingen we inderdaad een bevelschrift waarin de rechter-commissaris had bepaald dat dit restant zoals verwacht volledig aan mijn cliënte toekwam.

Conclusie

Eind goed, al goed toch? Op zich wel, cliënte heeft uiteindelijk gekregen wat haar toekwam. Jammer genoeg heeft de rangregelingprocedure alleen wel geleid tot vertraging en extra kosten.

De notaris had de verdeling van de executieopbrengst al zo’n 2 weken voor de daadwerkelijke levering van de onroerende zaak gecommuniceerd aan partijen. Indien dat voorstel niet tot discussie zou hebben geleid, had de opbrengst meteen op de dag van de levering verdeeld en (kort daarna) uitbetaald kunnen worden. De rangregelingprocedure heeft echter ruim 3 maanden in beslag genomen. Aan cliënte werd wel een vergoeding voor proceskosten toegekend, maar die was niet kostendekkend (de daadwerkelijke kosten waren hoger). Bovendien worden de proceskosten betaald uit de te verdelen executieopbrengst. Zoals al gezegd was dat bedrag al niet toereikend om de hele vordering van cliënte te voldoen. In feite heeft zij de proceskosten dus zelf moeten voldoen.

In dit geval had de notaris(medewerker) al een voorstel voor een verdeling gecommuniceerd met alle belanghebbenden. Dat bericht en dat voorstel konden niet meer ongedaan worden gemaakt. Hoewel de notaris in een executietraject zijn of haar eigen verantwoordelijkheden heeft en zich dient te gedragen conform de geldende wet- en regelgeving, kan het zeker nut hebben om op voorhand navraag te doen naar de contouren van het voorstel dat de notaris(medewerker) gaat formuleren en/of de eigen ideeën hierover alvast aan de notaris(medewerker) kenbaar te maken.

Blijf op de hoogte

Wil je meer van zulke artikelen lezen en daarmee direct 6 PE-punten per jaar behalen? Meld je dan aan voor Permanent Actueel Finance.

Auteur: Mr. V.H. Jurgens – Taylor Wessing N.V.

Overig nieuws

Fiscale gevolgen van uitponden voor particuliere woningbeleggers
Marleen van de Sande
Sharefunding: De opkomst van een nieuwe financieringsvorm
Sharefunding: De opkomst van een nieuwe financieringsvorm
Marleen van de Sande
Sharefunding: De opkomst van een nieuwe financieringsvorm
Ontwikkelingen in de financieringsmarkt & het regeerakkoord
Marleen van de Sande
Ontwikkelingen in de financieringsmarkt & het regeerakkoord