De internet-browser die je gebruikt wordt niet langer ondersteund

Dit betekent o.a. dat je geen diensten kunt bestellen. Start met een andere browser of neem contact op met onze klantenservice. Browsers die we aanraden zijn Chrome, Edge, Firefox of Brave.

Digitale rechtspraak? Nog niet!

Digitalisering van de rechtspraak is in ons land al jaren onderwerp van gesprek. Nederland loopt op het gebied van digitaal procederen namelijk achter op andere Europese landen. Het ambitieuze project Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) zou daar verandering in brengen. Alles moest op de schop: de processen, procedures én de wet. In 2018 liep het project om praktische redenen spaak, maar de wens om digitaler te procederen bleef. Sinds 2019 ligt er een nieuw plan dat de Nederlandse rechtspraak stap voor stap moet digitaliseren. De overheid leert van fouten uit het verleden en zet de eerste stappen in de goede richting.

Digitale rechtspraak? Nog niet!

De wereldwijde coronapandemie heeft bijgedragen aan een andere kijk op de rechtspraak. Een e-mail sturen aan de rechtbank was twee jaar geleden nog uit den boze, maar is door al het thuiswerken niet meer weg te denken uit de praktijk.

Zo zet de rechtspraak en iedereen die daarbij betrokken is langzamerhand belangrijke stappen richting de rechtspraak van de toekomst.

KEI

Dagelijks komen we in aanraking met digitale oplossingen en ontwikkelingen. Veel diensten zijn zelfs alleen nog online of via een elektronisch device af te nemen. Ook het contact met de overheid is in veel gevallen digitaal, denk aan de belastingaangifte of het opvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag. Het is daarom gek dat de rechtspraak tot enkele jaren geleden helemaal niet door die digitale ontwikkeling leek te zijn geraakt. Vandaag de dag kun je zelfs nog altijd met de rechtbank en het gerechtshof faxen.

Vakredactie Anne Schmidt

Auteur: Anne Schmidt

Specialist Burgerlijk procesrecht en lid van onze vakredactie.

Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI)

Om hier verandering in te brengen heeft de overheid in 2012 een eerste poging gedaan om het digitaal procederen in te voeren in het civiel recht en het bestuursrecht. In samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie, het Openbaar Ministerie en de advocatuur riep de Raad voor de rechtspraak het project Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) in het leven om de rechtspraak te vernieuwen. Het moest in de toekomst mogelijk worden om:

  • processtukken digitaal in te dienen;
  • lopende dossiers online in te zien; en
  • berichten aan gerechtelijke instanties en wederpartijen te versturen en te kunnen ontvangen.

Het doel van het project was om procedures te versnellen, te vereenvoudigen én om papierloos te procederen. De wetgever voerde op 13 juli 2016 de Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht in om dit te realiseren. Deurwaarders, advocaten, juristen en rechtzoekenden zouden via een portaal en een aansluitpunt toegang krijgen tot het recht.

ICT-systeem

Veel partijen investeerden in een aanpassing van hun ICT-systeem om deze nieuwe werkwijze mogelijk te maken. Bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland werd al met de nieuwe systemen geoefend. In 2018 bleek echter dat de ontwikkelde systemen in de praktijk niet werkten. Testgebruikers klaagden voornamelijk over het feit dat het niet mogelijk was grotere bestanden te versturen. Een groot aantal foto’s, meerdere video’s of andere grote bestanden zoals bouwtekeningen werden geweigerd. Dit zou betekenen dat een procedure toch nog altijd deels op papier zou worden gevoerd. Het project werd in april 2018 door de Raad voor de rechtspraak stopgezet.

Wetswijziging

De wens om de rechtspraak digitaler te maken en te vernieuwen is na het stopzetten van KEI niet verdwenen. Omdat digitaal procederen stapsgewijs zou worden ingevoerd, zijn er twee versies van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Er is een wetboek voor gevallen waar digitaal procederen al geldt en voor gevallen die tot op heden niet-digitaal procederen. Van het nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gelden ongeveer 50 artikelen nog niet. Deze artikelen treden later in werking.

 

Wetswijziging

De invoering van het nieuwe wetboek zal niet alleen digitale communicatie mogelijk maken, ook betekent de invoering een verandering in het procesrecht en de processen zoals we die in het civiele recht en het bestuursrecht kennen. Zo verdwijnt onder andere het verschil tussen dagvaardingsprocedures en verzoekschriftprocedures.

Er komt een soort civiele procedure waarin een eiser zowel vorderingen als verzoeken aan de rechter kan voorleggen. De nieuwe procedure wordt volgens artikel 30a Rv (nieuw) gestart met een procesinleiding in plaats van met een dagvaarding of een verzoekschrift. De ondertekende procesinleiding stuur je digitaal naar de juiste gerechtelijke instantie. Vervolgens stuurt de griffier een oproepingsbericht, dat de deurwaarder samen met de procesinleiding bij de wederpartij afgeeft. Deze manier van procederen gebeurt voorlopig alleen op vrijwillige basis en bij een beperkt aantal rechters. De eiser kan er volgens de nieuwe regels ook voor kiezen om de verweerder als vanouds op te roepen voordat hij de gerechtelijke instantie informeert. Het volgen van de nieuwe, digitale procedure wordt vanaf 2024 verplicht voor professionele partijen zoals advocaten.

 

Wetswijziging

Door de aanpassing van het burgerlijk procesrecht veranderen ook bepaalde termen. Zo kent een procedure geen gedaagde meer, maar een verweerder. En die verweerder reageert niet meer met een conclusie van antwoord op de dagvaarding. Nee, hij stuurt een verweer naar de rechter toe. Daarna plant de rechter in de nieuwe opzet een mondelinge behandeling in plaats van een comparitie in.

Tot slot verandert de rol van de rechter in een procedure. Die krijgt namelijk de mogelijkheid actiever aan het proces deel te nemen. De lijdelijkheid van de rechter wordt namelijk losgelaten.

 

Vernieuwing procesrecht

Vernieuwing procesrecht

KEI was weliswaar geen groot succes, maar vernieuwing van het burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht blijft hard nodig. Daarom is in 2019 het project Digitale Toegankelijkheid (DT) gestart en het basisplan digitalisering civiel recht en bestuursrecht opgesteld. Het doel is om iedereen stap voor stap, per soort zaak, digitaal toegang tot het recht te geven.

Praktisch gezien krijgt een procespartij toegang tot een digitaal kanaal dat hem toegang geeft tot het online systeem van de gerechtelijke instantie. Dit digitale kanaal is voor de meeste gebruikers Mijn Rechtspraak of Aansluitpunt Rechtspraak. Via deze kanalen kunnen partijen processtukken naar rechters sturen en berichten met andere partijen in de procedure uitwisselen. Er ontstaat zo een procesdossier.

Let wel op: De documenten die je aan de rechter toestuurt moeten aan bepaalde specificaties voldoen om deze te kunnen versturen!

Het Bureau ICT-toetsing (BIT) heeft het nieuwe plan in 2020 bekeken en een advies uitgebracht. In het advies staan aanbevelingen hoe de digitalisering van de rechtspraak beter kan worden aangepakt. Zo adviseert BIT om het technisch niet ingewikkelder te maken dan nodig is en om meer naar de uiteindelijke toepassing en naar het beperken van de kosten te kijken.

 

Besluit elektronisch procederen

Besluit elektronisch procederen

Het op 1 januari 2021 genomen Besluit elektronisch procederen (Bep) dient ter vervanging van het Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht, en benoemt de eisen en voorwaarden voor zowel vrijwillig als verplicht digitaal procederen. Een belangrijk punt is bijvoorbeeld het inloggen. Alle partijen moeten er bij een procedure op kunnen vertrouwen dat zij met de juiste persoon communiceren. Om deze reden moeten procespartijen sinds de invoering van het besluit inloggen met hun DigiD, eHerkenning of een advocatenpas.

De invoering van Bep maakt het sinds 15 november 2021 ook mogelijk beslagrekesten digitaal in te dienen. Via de digitale brievenbus in Mijn Rechtspraak stuur je op een makkelijke manier een beslagrekest als pdf-bestand naar de rechter.

De rechtspraak is zich dus wel aan het ontwikkelen, maar heel snel gaat het nog niet. Zo krijg je de uitspraak van de rechter nog altijd per post. Er is dus nog genoeg ruimte voor digitalisering.

 

Het corona-effect

Het corona-effect

Door de coronapandemie werken veel procespartijen thuis. Hier hebben zij niet alle faciliteiten die kantoor hen wel biedt, denk hierbij aan een printer, een scanner of een fax. Om toch alle werkzaamheden te kunnen verrichten is het mogelijk geworden om via veilig e-mailen processtukken aan gerechtelijke instanties te versturen. De rechtspraak gebruikt hiervoor de e-mailoplossing Zivver. Deze regeling is echter tijdelijk en geldt nog tot 1 februari 2022. Dat komt vooral omdat je bij veilig e-mailen niet kan controleren of je de juiste persoon voor je hebt. Ook kan je via veilig e-mailen geen bestanden groter dan 25 MB versturen.

 

Toekomst

Toekomst

De rechtspraak heeft, ondanks de vele tegenslagen, in de afgelopen jaren een digitale ontwikkeling doorgemaakt. De coronapandemie heeft deze ontwikkeling een zetje gegeven. Mede daarom denkt de Raad voor de rechtspraak dat verplicht digitaal procederen voor professionals in civiele zaken en bestuurszaken in 2024 kan worden ingevoerd.

Een volgende stap naar digitale rechtspraak wordt op 1 februari 2022 gezet. Vanaf deze datum kun je niet meer faxen met gerechtelijke instanties. Veilig Mailen komt daarvoor in de plaats. Veilig Mailen is geen tijdelijke oplossing, omdat wel wordt gecheckt welke persoon de e-mail verstuurt of ontvangt. Partijen zijn ook niet aan een bepaalde aanbieder van de Raad voor de rechtspraak gebonden. Zij kunnen zelf kiezen van wie zij Veilig Mailen afnemen.

Vanaf 1 februari 2022 is het bij de rechtbank Gelderland ook mogelijk om in verplichte zorgzaken digitaal te procederen. Verplichte zorgzaken zijn zaken over de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang en de Wet forensische zorg. Advocaten kunnen zich aanmelden om mee te doen aan deze pilot.

 

Toekomst

De rechtspraak werkt ook nog op een andere manier aan de digitale toegang tot het recht. Er is namelijk een nieuw programma Meer én verantwoord publiceren. Het doel van dit programma is om binnen tien jaar alle uitspraken online te zetten. De rechtspraak wil iedereen op deze manier toegang geven tot uitspraken. Door transparant te zijn over wat rechters doen, krijgt iedereen de kans om het recht te begrijpen en de rechter te controleren.

Zo zet de rechtspraak beetje bij beetje stappen richting een nog betere en controleerbare rechtspraak. Afgezien van de verbeterpunten op het gebied van digitalisering scoort de Nederlandse rechtspraak ieder jaar erg hoog op het EU Justice Scoreboard van de Europese Commissie. In het Rule of Law Report 2021 staat dat de Nederlandse rechtspraak bekendstaat als onafhankelijk en van hoge kwaliteit. Volgens de Europese Commissie moet er op digitaal vlak nog wel wat werk worden gedaan, maar er is een duidelijke vooruitgang zichtbaar. Oftewel, het kan beter, maar we doen het nog niet zo slecht.